Huyana waste zich in het meer. Het was ochtend en de eerste zonnestralen zorgde ervoor dat het licht was. Ze had net bloemetjes geplukt en in een grote mand gestopt. Ze keek naar Shayla die nam ook eventjes tijd voor haarzelf en ging gezellig achter dieren aan rennen. Zou ze gaan zwemmen? Ja, dat wilde ze graag doen, en ze zwom tussen de vissen, die alleen heel hard wegzwommen omdat zij eraan kwam. Na een tijdje wilde ze niet meer, ze was moe en alleen iets te ver van de kant gegaan. Langzaam zwom ze terug naar waar Shayla al op haar stond te wachten. 'Hoi, Shayla!' Ze gaf haar hond een aai. 'Hoe is ie?' Huyana droogde zichzelf af en trok haar kleren weer aan. Shayla had het een bloem uit de mand gehaald en tussen zijn tanden gezet, die zij weer gaf aan Huyana. 'Dank je. Zullen we weer weggaan?' Aan Shayla's gezicht kon je zien dat ze dat niet wilde. 'Spelen?' Ja, dat wilde Shayla natuurlijk wel en liep snel het water in. 'Oké, dan!' En ze ging weer in het water met haar hond spelen. Huyana hoopte altijd dat niemand haar zou zien als ze in het water aan het spelen was. Ze was inmiddels al 195 manen. Gelukkig was het hier (bijna) altijd rustig.
Terwijl ze aan het spelen was, dacht ze dat ze een gedaante zag. Ze zal het wel verkeerd hebben en dat Huyana een schaduw had gezien i.p.v. een mens. Even later zag ze weer dezelfde gedaante en dook ze voorzichtig verder het water in. Voorzichtig keek ze naar de gedaante die steeds dichter bijkwam.